Christian Otte
“Gedurende lange tijd drukte mijn werk mijn verwrongen verhouding uit tot de mens, dit evenzo gehate als geliefde wezen, afstotend en aantrekkelijk, angstaanjagend en bewonderenswaardig, in zijn gedragingen en aspiraties. […] Ik was de mens en zijn verbeelding moe geworden, terwijl in mij een liefde opbloeide voor de koe.