Een geoloog ten dienste van de archeologie

Grote archeologische vondsten zijn vaak toevalstreffers. Toen hij op 22 september 1911 naar Luik kwam om het slib van  Haspengouw te onderzoeken, verwachtte de Franse geoloog Victor Commont (1866-1918) niet dat hij in een zandgroeve in de wijk Sint Walburg, vuursteensplinters uit de prehistorie zou aantreffen! Een dag na zijn ontdekking stelde hij prehistoricus Marcel de Puydt op de hoogte, die zich op Allerheiligen naar de plaats begaf. Aan de onderkant van het slib, dat zich op een zandlaag bevond, ontdekte deze op zijn beurt een laag steengruis van geslepen flint. Deze twee wetenschappers hadden zojuist op de heuvels rond Luik een uitgestrekte prehistorische afzetting in de open lucht gevonden van 110.000 jaar oud!

Om de zandlagen te bereiken moesten de werklieden de erboven gelegen lagen van aarde gemengd met slib verwijderen. Zonder het te weten, hadden ze sinds maart 1905, het begin van de exploitatie van de groeve, onherstelbare schade toegebracht aan een zeer belangrijke archeologische vindplaats uit het Midden-Paleolithicum. Want op het moment van de archeologische ontdekking was al drievierde van de zandwinning voltooid!

Numéro d'inventaire FLORA
GC.ARC.01a.1960.53588
Année d'exécution
Paléolithique moyen (-110.000)
Lieu
Découvert rue Jean de Wilde à Liège (Sainte-Walburge)
Dimensions
L. 17,6 cm ; l. 9,5 cm ; ép. 3,6 cm