Evangeliarum van Notger

Het manuscript dat dit omslag bevat werd ongetwijfeld geschreven omstreeks 930 en is waarschijnlijk afkomstig uit Stavelot of Reims. De bovenkant van het omslag komt in deze tijd op ons over als samengesteld. We onderscheiden inderdaad drie elementen, die terug te voeren zijn naar drie perioden. Het midden bestaat uit ivoor, het zo genoemde ivoor van Notger, dat gedateerd zou kunnen worden aan het eind van de 10de eeuw. Daaromheen bevinden zich acht emails, die terug te voeren zijn tot de periode rondom 1160. In de tussenruimten bevinden zich vier vergulde en gegraveerde lensvormige platen uit de 15de eeuw. Het evangelarium is afkomstig uit de kapittelkerk Sint Jan Evangelist in Luik, gesticht door bisschop Notger (980-1008).  Het ivoor is het meest opmerkelijk element van het evangelarium. Afgebeeld zijn Christus als heerser van de Openbaring, zegenend met de rechterhand, in een mandorla omringd door de symbolen van de vier evangelisten. In het onderste register, is hoogstwaarschijnlijk de schenker afgebeeld, aangeduid met een cathedra, met gebogen knie en met een codex in zijn hand; rechts van hem staat een aedicula met daarin een altaar. Het perifere opschrift luidt: “En ik Notger, gebukt onder het gewicht van de zonde, zie hoe ik mijn knie buig voor U die met één gebaar het universum doet trillen”. De geknielde persoon zou dus de bisschop kunnen zijn die het evangelarium aanbiedt aan zijn kerk. Toch stelt men zich de vraag, als Notger inderdaad de opdrachtgever was van het ivoor, waarom liet hij zich dan met aureool afbeelden. Sommigen zagen in deze figuur eerder Koning David. Net als voor het ivoor uit Oxford, waar het mee vergeleken kan worden, lijkt de stijl van de figuren terug te voeren naar de tijd van Notger en een voortzetting te zijn van voorgaande ivoren uit Messina. De acht plaatjes in champlevé email zijn gemaakt in een typisch Maaslandse stijl. Deze tonen allegorische figuren voor de deugden (Moed, Rechtvaardigheid en Gematigdheid) en de vier rivieren uit het Paradijs (Pison, Gichon; Tigris, Eufraat). De figuren onderscheiden zich door hun levendigheid en veelvuldig gebruik van rood email, dat in het algemeen zuiniger wordt toegepast. De lensvormige platen zijn ingesneden met gekartelde bladeren in een stijl die kenmerkend is voor de gotische edelsmeedkunst van rond 1400.

Manuscript: Reims of Stavelot, rond 930 / Ivoor: Maasland, begin 11de eeuw / Email: Maasland, rond 1160 / Gegraveerde platen: 15de eeuw / Omslag: Luik, begin 17de eeuw en eind 19e eeuw

Numéro d'inventaire FLORA
GC.ADC.10e.1912.66248