Hôtel Brahy en Maison de Wilde

Hôtel Brahy en Maison de Wilde

Dit bouwkundig geheel onderging hetzelfde lot als het Curtiuscomplex. De zogenaamde ‘Brahy’ en ‘de Wilde’ gebouwen vormen eigenlijk een en hetzelfde hotel waarvan de bouw op de plaats van een oud kanunnikenhuis van Sint Bartholomeus dateert uit de tweede helft van de 17de eeuw.
Conrad de Haxhe, burgemeester van Luik in 1673, liet tussen 1670 en 1685 het eerste herenhuis bouwen, opgetrokken uit baksteen en kalksteen onder een leistenen puntdak. Dit herenhuis bestond uit een gebouw aan de straat met een naar het westen gerichte vleugel (het Brahy-gedeelte) en uit het hoofdgebouw aan de zuidkant (het De Wilde-gedeelte), waarvan de gevel een zeer elegante compositie heeft met twee wenteltrappen onder mansardedaken.
In 1727, werd het complex eigendom van de familie Closset. Dat blijft het tot in de 19de eeuw, waarbij het in de tussentijd nog vele aanpassingen ondergaat, waaronder de splitsing in twee eigendommen rond 1770. De oude gevel, die uitzag op de erekoer wordt ommuurd en de oriëntatie van het hotel wordt gericht naar de kadekant, waar ook de ingang is. Er worden nieuwe gemeenschappelijke ruimten toegevoegd, die de koer zullen vormen van Hôtel de Wilde.
Beide huizen zullen vele eigenaren kennen alvorens ze in de twintigste eeuw in handen komen van de stad. Ze dienen vervolgens als entrepot, waarna ze worden opgenomen in het museumcomplex.
In het eerste ontwerp voor de ontwikkeling van het museum door de Franse groep Repérage, zou het gebouw bijna geheel afgebroken worden en worden vervangen door een centraal overkoepelend gebouw. Er zijn lange gerechtelijke procedures gevoerd om het gebouw van de vernietiging te redden. In het huidige ontwerp, is het het zenuwcentrum geworden van het museumcomplex met daarin de receptie, het café-restaurant en de zeer ruime toonzalen gewijd aan de Middel-Eeuwen.