Uitzonderlijk glas

Dit praalglas dankt zijn benaming aan de hoge extravagante voet die onze aandacht trekt, aan de creativiteit en aan de vakkennis van de glaskunstenaars die het hebben gecreëerd uit hun glaspost.
De diepe beker rust op een afgeplat peervormig baluster en boven de voet bevindt zich een rank baluster en een geblazen knop, waarop drie ‘handgrepen’ zijn aangebracht in de vorm van een ‘S’ voorzien van een met een tang aangebracht gekarteld patroon. Behalve de ‘handgrepen’ zijn alle elementen van ‘a reticello’ glas, dat wil zeggen versierd met een strak weefsel van wit filigraan dat een netwerk van ruiten vormt, waarvan ieder een luchtbel insluit. Deze decoratietechniek was al voor 1549 in Murano uitgevonden.
Het uitbundige en complexe decor, dat een stengel in wit en blauw filigraan verbergt, bestaat uit drie drakenkoppels met verstrengelde lichamen [1] afgewisseld met drie kleurloze vinnen en blaasjes in opaalwit en aquamarijn glas. Op de top staan vier extra werkjes, gedeeltelijk gebroken, met het uiteinde met een tang gevormd tot een rozet en een staande palmet. De opbouw van deze met een tang vervaardigde en hitte gemonteerde elementen toont de vermetelheid en de bekwaamheid van de Venetiaanse glaskunstenaars.
Dit type glas werd gemaakt kort voor het begin van de recessie in de Venetiaanse glaskunst. Deze prachtige glazen werden in Murano vervaardigd, maar ook in de glasfabrieken van Bonhomme in Luik, want diverse glaskunstenaars uit Venetië of Altare, in Lombardije, waren zich in de stad komen vestigen. Bepaalde arbeidscontracten vermelden dat de ambachtslieden ‘uitzonderlijke glazen’ moesten maken. 
Het drakenmotief is vooral te vinden op de glazen in barokstijl, die in de loop van de 19de eeuw werden vervaardigd, tijdens de periode van heropleving van het Venetiaans glas. Het kan de poot van het glas vormen, de handgreep van een kan of vastzitten aan de rand van een beker.  

[1] Een draak met rode ogen en een groen lichaam, de tweede met gele ogen en een kleurloos lichaam met wit en blauw filigraan.

Numéro d'inventaire FLORA
GC.VER.08a.1952.64050 (B/1060)
Année d'exécution
2ᵉ moitié du 17ᵉ - début du 18ᵉ siècle
Lieu
Venise ou façon de Venise
Dimensions
H : 33,1 cm - Ø coupe : 8,2 cm